
TER INFORMATIE IN NEDERLANDS EN ENGELS
This website is about the 2nd World War and the Liberation in the Netherlands and neighboring countries We have placed information on this website as accurately as possible and for the placed photos permission from div. instances obtained. There are several parts on this website, on the left side of the website clearly states what is further on this website.
Deze website gaat over de 2e Wereld Oorlog en de Bevrijding in Nederland en buurlanden
We hebben zo nauwkeurig mogelijk informatie op deze website geplaatst
en voor de geplaatste foto's is toestemming van div. instaties verkregen.
Er zijn verschillende onderdelen op deze website ,aan de linker kant van de
website staat duidelijk wat er verder op deze website vermeld staat.
NEDERLAND 77 JAAR BEVRIJDING 1945-2022
In 2019 en 2020 staan we stil bij het feit dat Nederland 75 jaar geleden is bevrijd en dat we sindsdien in vrijheid leven. De bevrijding betekende het herstel van onze vrije en open democratische rechtsstaat. De Verenigde Naties werden opgericht en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen om verschrikkingen zoals begaan tijdens de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. Onze huidige rechten en vrijheden zijn niet vrijblijvend, maar scheppen een verantwoordelijkheid voor het behoud en versterken ervan. Bij de herdenking en viering van 75 jaar bevrijding en vrijheid is verbinding hét sleutelwoord.hier invullen...
In 2019 and 2020 we will reflect on the fact that the Netherlands was liberated 75 years ago and that we have been living in freedom ever since. Liberation meant the restoration of our free and open democratic constitutional state. The United Nations was established and the Universal Declaration of Human Rights was adopted to prevent horrors such as committed during the Second World War. Our current rights and freedoms are not without obligation, but create a responsibility for maintaining and strengthening them. With the commemoration and celebration of 75 years liberation and freedom, connection is the key word

Verbinding door vrijheid
Onze samenleving is sinds de bevrijding enorm veranderd. We vormen met elkaar een diverse gemeenschap van groepen en individuen met uiteenlopende leeftijden, achtergronden, overtuigingen en ervaringen. We verhouden ons mede daarom ook verschillend tot de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Wat ons bindt, is dat we allemaal in een vrij land wonen waar we binnen de regels van onze democratische rechtsstaat vrij zijn om te doen en laten wat we willen, vrij zijn om te zeggen wat we willen, vrij zijn om te geloven wat we willen en vrij zijn om te zijn wie we willen, zonder honger of angst. We delen het gemeenschappelijke belang deze vrijheden in stand te houden. Door de hele samenleving bij de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid te betrekken, kan worden bijdragen aan inclusiviteit en solidariteit.
Our society has changed enormously since the liberation. Together we form a diverse community of groups and individuals with varying ages, backgrounds, convictions and experiences. We therefore partly relate to the history of the Second World War. What binds us is that we all live in a free country where, within the rules of our democratic constitutional state, we are free to do what we want, to be free to say what we want, to be free to believe what we want and be free to be who we want, without hunger or fear. We share the common interest in maintaining these freedoms. By involving society as a whole in the commemoration and celebration of 75 years of freedom, it can contribute to inclusiveness and solidarity.
Verbinding door gezamenlijk herdenken, vieren en herinneren
We staan stil bij de vrijheid die is bevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog door mensen die daarvoor grote offers hebben gebracht. We staan stil bij het militaire geweld, de vele burgerslachtoffers, de Jodenvervolging en antisemitisme toen en nu. Deze rampzalige periode in de wereldgeschiedenis tekent onze samenleving en de wereld om ons heen tot op de dag van vandaag. Het is waarschijnlijk voor het laatst dat ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog actief deel kunnen nemen aan de lustrumactiviteiten. Deze herdenking en viering vormen daarom een scharnier tussen de persoonlijke herinnering van hen die de Tweede Wereldoorlog aan den lijve ondervonden en de geschiedenis zoals velen die kennen uit musea, onderwijs, boeken en films. De Tweede Wereldoorlog is onderdeel van onze collectieve herinnering. Hierbij stilstaan, steeds opnieuw, met elkaar, over grenzen heen, kan onze gezamenlijke identiteit en onderlinge verbondenheid versterken.
We focus on the freedom that was fought during the Second World War by people who have brought in great causes. We discuss the military violence, the many civilian victims, the persecution of the Jews and anti-Semitism then and now. This disastrous period in world history draws our society and the world around us to this day. It is probably for the last time that eyewitnesses of the Second World War can actively participate in the anniversary activities. This commemoration and celebration therefore form a hinge between the personal memory of those who experienced the Second World War and the history as many of them know from museums, education, books and fi lms. The Second World War is part of our collective memory. Standing still, over and over again, with each other, across borders, can strengthen our shared identity and interconnectedness.

Verbinding met de landen om ons heen
De Tweede Wereldoorlog was uniek in aard en omvang. De schaal waarop burgers doelwit werden, was tot dan toe ongekend. Vrijwel alle landen en gebiedsdelen in de wereld waren direct of indirect betrokken. De bezetting van Nederland speelde zich binnen een internationale context af, denk hierbij onder andere aan de ervaringen in Nederlands-Indië. In 2019 en 2020 wordt in veel landen stilgestaan bij het feit dat het 75 jaar geleden is dat de Tweede Wereldoorlog ten einde is gekomen. We delen met andere landen en volken de historische ervaring van onderdrukking en oorlogsgeweld. We herkennen wereldwijd de kracht van persoonlijke getuigenissen, van de verhalen die raken, emotioneren, verhelderen en betekenis geven. Dat geldt niet alleen voor de getuigenissen van toen, maar ook voor de persoonlijke verhalen van mensen die vandaag de dag waar ook ter wereld onvrijheid en oorlogsgeweld ervaren of ervaren hebben.
The Second World War was unique in nature and size. The scale on which citizens were targeted was unprecedented until then. Almost all countries and territories in the world were directly or indirectly involved. The occupation of the Netherlands took place within an international context, including the experiences in the Dutch East Indies. In 2019 and 2020, many countries will consider the fact that it was 75 years since the Second World War came to an end. We share with other countries and peoples the historical experience of oppression and war violence. We recognize worldwide the power of personal testimonies, of the stories that touch, emotion, clarify and give meaning. This applies not only to the testimonies of those days, but also to the personal stories of people who have experienced or experienced unrest and violence in the world today.
Algemene Mobilisatie
Augustus 1939.
Zo moest ons leger, toen duidelijk ging worden dat een oorlog onvermijdelijk werd en een algemene mobilisatie door de regering bevolen werd, de wacht betrekken om een dreiging uit het oosten te keren. Nog niet eens zó slecht bewapend, van hoog tot laag slecht geoefend en vooral ook - mentaal onvoorbereid op wat oorlog betekende.
So our army, when it became clear that a war was inevitable and a general mobilization was ordered by the government, had to involve the guard to turn a threat from the east. Not so badly armed yet, badly trained from high to low and above all - mentally unprepared for what meant war.

De sedert Pasen gemobiliseerde militairen, waarvan vele van oudere - uit 1924 - lichtingen waren, konden behalve periodieke bewegingsvrijheid ook z.g. "klein-verlof" krijgen, dat speciaal in de mobilisatietijd in ruime mate kon worden verleend. Een en ander betekende dat er nogal wat mannen aan de organieke sterkte ontbraken. Het is dan ook begrijpelijk, dat de regering, toen de moeilijkheden van Duitsland met Polen en Danzig scherpere vormen aannamen, op 22 augustus alle klein-verloven introk, zodat de strategische beveiliging aan de grenzen weer op haar volle sterkte was. Dat was nodig, want de volgende dag ging Telegram A uit, het waarschuwingstelegram voor de Algemene Mobilisatie.
The soldiers who had been mobilized since Easter, many of whom were older - from 1924 - were able to receive, in addition to periodical freedom of movement, so-called "small leave", which could be granted to a large extent especially during the mobilization period. This meant that quite a few men lacked the organic strength. It is understandable, therefore, that when the difficulties of Germany with Poland and Danzig took sharper forms, the government withdrew all small-leave on 22 August, so that the strategic security at the borders was at its full strength again. That was necessary, because the next day Telegram A went out, the warning telegram for the General Mobilization.

Het waarschuwingstelegram A van 23 augustus werd al op de 24e gevolgd door
telegram B, waarin de voormobilisatie op 25 augustus werd gelast. Dit betekende,
dat op laatstgenoemde dag van elke oorlogseenheid in het mobilisatiecentrum een
kern van van personeel onder de wapens kwam zoals
commandanten der oorlogsonderdelen, kwartiermakers,
menagemeesters, kokspersoneel, hoefsmeden,
rijwielherstellers enz.
Die kernen, 50.000 man, moesten de algemene
mobilisatie van het betreffende onderdeel voorbereiden. Dit alles was voor elk
onderdeel in een zeer gedetailleerde instructie vastgelegd.
The warning telegram A of 23 August was already followed on the 24th by telegram B, in which the pre-mobilization was ordered on 25 August. This meant that on that last day of each unit of war in the mobilization center a core of personnel came under the arms, such as commanders of war units, quartermasters, chiefs, cookers, farriers, bicycle repairers, etc. Those cores, 50,000 men, had to prepare the general mobilization of the part in question. All this was recorded in a very detailed instruction for each component.
Op 24 augustus werd het Duits-Russisch pact gesloten hetgeen inhield dat
Hitler zijn handen vrij had om met Polen af te rekenen. Frankrijk en Engeland
hadden met Polen een verdrag van wederzijdse militaire bijstand afgesloten;
daardoor leek een nieuwe Europese oorlog onvermijdelijk.
Vanwege deze dreiging kwam de ministerraad bijeen. De Geer voelde bijzonder
weinig voor het nemen van krachtige maatregelen, maar Dijxhoorn (Defensie) en
van Kleffens (BuZa) dachten daar anders over. Kon. Wilhelmina had weinig op met
de besluiteloosheid van de Geer. Na zwaar onder druk te zijn gezet stemde de
Geer in met een Algemene mobilisatie op de 28e. [1]
On 24 August the German-Russian pact was closed, which meant that Hitler had his hands free to settle with Poland. France and England had concluded a treaty of mutual military assistance with Poland; as a result, a new European war seemed inevitable. Because of this threat, the Council of Ministers met. De Geer felt very little for taking powerful measures, but Dijxhoorn (Defense) and Kleffens (BuZa) thought differently. Could. Wilhelmina had little to do with the indecision of the Geer. After being under heavy pressure the Geer agreed with a General mobilization on the 28th. [1]

Op de 26e mobiliseerde België, 600.000 man, haar strijdkrachten.
Tijdens een radiotoespraak die de koningin op deze dag hield, zei zij ondermeer: [1]
-
Neutraliteitshandhaving eischt de mogelijkheid, aan onze wil tot eenzijdigheid de vereischte kracht te kunnen bijzetten.
Aan de koningin werd op 26 augustus door de Duitse gezant, anti nazi, graaf Zech von Burkersroda, in het bijzijn van Van Kleffens, een geruststellende verklaring voorgelezen waarin Hitler plechtig liet verklaren dat hij de Nederlandse neutraliteit zou eerbiedigen.
On the 26th, Belgium, 600,000 men, mobilized its forces. During a radio speech that the Queen held on this day, she said among other things: [1] Neutrality enforcement demands the possibility to be able to fulfill the required power in our desire for one-sidedness. On the 26th of August, the German envoy, anti-Nazi, count Zech von Burkersroda, in the presence of Van Kleffens, read a reassuring statement to the Queen in which Hitler solemnly declared that he would respect Dutch neutrality.
Telegram C dat op 28 augustus om één uur 's middags uitging, luidde:
"Algemene Mobilisatie.
Eerste mobilisatiedag 29 augustus 1939". De algemene mobilisatie bracht de
gehele krijgsmacht op voet van oorlog. Alle dienstplichtigen, 16
lichtingen van de lichtingen
1924 tot en met 1938 werden opgeroepen, de lichting 1939 was al onder de
wapenen. De landmacht bereikte daardoor een
sterkte van ongeveer 100.000 man naar 280.000 man.
De chef van de generale staf, Lt. gen. I.H. Reijnders werd benoemd tot Opperbevelhebber van de Land en Zeemacht,
(O.L.Z.) en daarmee tot generaal bevorderd.
Telegram C, which took place on August 28 at one o'clock in the afternoon, said: "General Mobilization First mobilization day August 29, 1939". The general mobilization brought the entire armed forces on foot. All conscripts, 16 illuminations of the 1924 to 1938 illuminations were summoned, the 1939 class was already under arms. The army thus reached a strength of about 100,000 men to 280,000 men. The chief of the general staff, Lt. gene. I.H. Reijnders was appointed Commander-in-Chief of the Land and Navy, (O.L.Z.) and thus promoted to General.

Spionage.
Generaal Reijnders was zeer gegriefd toen de regering uit neutraliteitsoverwegingen haar toezegging niet nakwam om met het verzenden van het Telegram C ook voor het hele land de staat van beleg af te kondigen, waardoor het militaire gezag in zijn bevoegdheden werd gekortwiekt. De militaire commandanten kregen daardoor maar zeer beperkte bevoegdheden en het was hen onder andere niet toegestaan de stellinggebieden af te sluiten om ongewenste belangstelling te weren. De Duitse spionagediensten hebben daar een dankbaar gebruik van gemaakt - GS IIIB was kennelijk niet bij machte om dat te keren.
Zo ook de Duitse plaatsvervangende militaire attaché, Oberleutnant Otzen, uit Den Haag, die veelvuldig onder het mom van het bewonderen van de bollenpracht in de Vesting Holland zijn ogen goed de kost gaf en zich niet onbetuigd liet. Hij gaf op 15 april aan Berlijn een samenvatting door van de herhaalde waarnemingen die hij tijdens de afgelopen weken in de streek van Noordwijk en Katwijk had kunnen verrichten. Met het oog op de voorgenomen landing op het vliegveld Valkenburg wilden de Duitse bevelsinstanties natuurlijk nauwkeurig weten, hoeveel Nederlandse troepen er in die streek lagen en waar zij gelegerd waren.
General Reijnders was very hurt when, for reasons of neutrality, the government did not fulfill its promise to proclaim the state of siege by sending the Telegram C, which reduced the military authority in its powers. As a result, the military commanders were given very limited powers and, among other things, they were not allowed to close the scaffolding areas in order to avoid unwanted interest. The German espionage services have made grateful use of this - GS IIIB was apparently not in a position to reverse it. The German deputy military attaché, Oberleutnant Otzen, from The Hague, who frequently paid attention to his eyes under the guise of admiring the bulbs in the Fortress Holland, did not disregard either. On 15 April he gave a summary to Berlin of the repeated observations he had been able to make during the past few weeks in the region of Noordwijk and Katwijk. In view of the planned landing at the Valkenburg airfield, the German command authorities naturally wanted to know precisely how many Dutch troops there were in that region and where they were stationed.

Het hoofdkwartier.
Begin april werd de betrekkelijke rust wreed verstoord. En alweer was het Oster, van wie het alarm kwam. Op 2 april gaf majoor Sas de volgende visie die naar Den Haag werd doorgeseind :
At the beginning of April the relative calm was cruelly disturbed. And again it was Oster, from whom the alarm came. On 2 April, Major Sas gave the following vision that was forwarded to The Hague:
-
Het is onjuist te menen dat er niets zal gebeuren aan het Westelijke front. Ik ben diep overtuigd dat het spoedig zal losbarsten. Ik kan geen vaste datum aangeven, maar mijn persoonlijke indruk is dat 15 april het begin zou kunnen zijn van een offensieve actie tegen Denemarken in de richting van Noorwegen, en drie of vier dagen later tegen België en Nederland. Ik herhaal dat ik absoluut overtuigd ben van een offensief in het Westen.
It is wrong to think that nothing will happen on the Western front. I am deeply convinced that it will soon erupt. I can not specify a fixed date, but my personal impression is that April 15 could be the start of an offensive action against Denmark in the direction of Norway, and three or four days later against Belgium and the Netherlands. I repeat that I am absolutely convinced of an offensive in the West.
Op woensdag 4 april waarschuwde majoor Sas vanuit Duitsland
aan een van de weinigen die hij nog vertrouwde, de kapt. Kruls, een van de adjudanten van minister Dijxhoorn in
een telefoongesprek, de gezant was niet aanwezig op het gezantschap in Berlijn om
het gecodeerde telegram te ondertekenen het volgende. Hij stelde Kruls voor
om op 9 mei samen in Nederland te gaan eten, daarmee aanduidende dat de
aanval op 9 april te verwachten viel.
Pas in de avond was de gezant terug op het gezantschap en kon het telegram
verzonden worden. [19]
On Wednesday, April 4, Major Sas warned from Germany of one of the few he still trusted, the cap. Kruls, one of the adjutants of minister Dijxhoorn in a telephone conversation, the ambassador was not present at the Berlin embassy to sign the coded telegram the following. He suggested Kruls to eat together in the Netherlands on 9 May, indicating that the attack on 9 April was to be expected. It was not until evening that the envoy returned to the mission and the telegram could be sent. [19]

-
Geloofwaardige bron meldt aan de militaire attaché invasie zeker van Denemarken en Noorwegen in begin volgende week, vermoedelijk dinsdag (negen april). Groot gevaar voor aanval, hetzij tegelijk, hetzij korte tijd later, tegen Nederland, België en Frankrijk.
Credible source reports to the military attaché invasion certainly from Denmark and Norway in early next week, presumably Tuesday (April 9). Great danger of attack, either simultaneously or shortly afterwards, against the Netherlands, Belgium and France.
Hoe vaak had Sas al niet de invasiedata voorspeld! Men besloot de Denen en de Noren niet te waarschuwen, van Kleffens kreeg het bericht helemaal niet. Engeland ontving deze waarschuwing ook niet uit Nederland. Toch werden deze drie landen gewaarschuwd, namelijk via de kanalen van Sas. Die nam het initiatief in eigen handen.
Aan Sas' waarschuwing met
betrekking tot ons eigen land werd door de leiding van GS III overigens geen
speciale betekenis toegekend: die waarschuwing had een voorwaardelijk
karakter gedragen en ze stemde niet overeen met het algemene beeld dat de
inlichtingendienst op dat moment bezat van de concentraties van Duitse
troepen aan de grens en van hun bewegingen: er werd dan ook tussen 4 en 9
april geen enkele voorzorgsmaatregelen genomen. Aan Deense en Noorse kant
werden ook geen maatregelen genomen, zij geloofden er niets van.
Op 9 april werden Denemarken en Noorwegen door de Duitsers overvallen.Het Algemeen Handelsblad van dinsdag 9 april. "De Regeeringspersdienst meldt";
How often Sas had not predicted the invasion data! It was decided not to warn the Danes and the Norwegians, the message was not received from Kleffens at all. England did not receive this warning from the Netherlands either. Yet these three countries were warned, namely via the channels of Sas. He took the initiative into his own hands. Moreover, SAS 'warning concerning our own country was not assigned any special significance by the GS III leadership: this warning had a conditional character and did not correspond to the general picture that the intelligence service at that time had of the concentrations of German troops at the border and their movements: no precautionary measures were taken between April 4 and 9. No measures were taken on the Danish and Norwegian side, they believed nothing of it. On 9 April Denmark and Norway were attacked by the Germans. The Algemeen Handelsblad of Tuesday 9 April. "The Government Press Service reports";
-
"De regering heeft - bij wijze van voorzorgsmaatregel - besloten de volgende verloven in te trekken:
-
Voor al het personeel van de land- en zeemacht :
-
de periodiek verloven:
-
Vakantieverloven:
-
Buitengewone verloven (muv die, verleend wegens ernstige ziekte of overlijden van gezinsleden)
-
-
Bovendien voor het personeel,
-
behorende bij de luchtstrijdkrachten,
-
de luchtdoelartillerie,
-
de luchtdoelmitrailleurs en de zoeklichten:
-
Zakenverloven .
-
Studieverloven.
-
-
-
Alle militairen aan wie voorgenoemde verloven zijn verleend, moeten terstond naar hun standplaats terugkeren.
"The government has decided - as a precautionary measure - to withdraw the following leaves: For all the personnel of the land and navy: the regular leave: Holiday leave: Special leave (except for sickness or death of family members) In addition, for the staff, belonging to the air forces, the anti-aircraft artillery, the anti-aircraft guns and the searchlights: Business leave. Study leaves. All soldiers to whom the aforementioned leaves have been granted must immediately return to their place of employment.
Het toeval wilde dat enige dagen na de invasie van de twee Scandinavische landen, bij Den Haag een grote Duitse dienstenveloppe werd gevonden. Deze was geadresseerd aan de "Ausland-Organisationen der
NSDAP" in Berlijn. Voor de zekerheid bracht de vinder het naar een politiebureau en binnen enkele uren lag zij bij de hoofdcommissaris op zijn bureau en werd open gemaakt.
Acht verschillende stukken kwamen voor de dag. De stukken behelsden tientallen spionage berichten uit alle delen des lands: bunkers, vliegvelden en wegversperringen werden beschreven, troepenverplaatsingen en
afgeluisterde gesprekken werden weergegeven, verschillende op papier van de Duitse legatie en ondertekend door O. Butting, attaché, tevens hoofd van de "Reichsdeutsche Gemeinschaft".
Onmiddellijk werd een Duits reserve officier verhoord die men allang wantrouwde, hij viel door de mand en bekende door Butting te zijn afgeperst.
De vondst van deze stukken droeg niet weinig toe tot de zorgen der regering. Zou Den Haag een tweede Oslo worden?
Nieuwe maatregelen werden getroffen. De staat van beleg werd op 19 april uitgebreid voor het hele land. Staatsgevaarlijke personen werden door het militaire gezag geïnterneerden konden er afdoende maatregelen tegen spionage en verdachte
personen genomen worden. Na lang wikken en wegen werden een 33 tal personen
van de 800, tegen wie min of meer sterke aanwijzingen bestonden, aan gen.
Winkelman voorgedragen om in bewaring te worden gesteld. Van deze schrapte Winkelman er nog enige, zodat tenslotte een 28 tal overbleef. Hiervan verbleven
er een aantal in het buitenland of zaten reeds voor het ondergaan van straf in
een gevangenis.
Op 4 mei werden 21 personen die gevaarlijk werden
geacht voor de rust en veiligheid des lands geïnterneerd.
Coincidentally, a few days after the invasion of the two Scandinavian countries, a large German service envelope was found near The Hague. This was addressed to the "Ausland-Organization of the NSDAP" in Berlin. For the sake of certainty, the finder brought it to a police station and within a few hours she was at the head commissioner on his desk and opened up. Eight different pieces came for the day. The documents included dozens of spying reports from all parts of the country: bunkers, airfields and roadblocks were described, troop movements and tapped conversations were shown, several on paper from the German legation and signed by O. Butting, attaché, also head of the "Reichsdeutsche Gemeinschaft" ". Immediately a German reserve officer was questioned, who was mistrusted for a long time, he fell through the basket and confessed by being extorted by Butting. The discovery of these pieces contributed little to the concerns of the government. Would The Hague become a second Oslo? New measures were taken. The state of siege was extended on 19 April for the entire country. Dangerous persons who were interned by the military authorities were able to take adequate measures against espionage and suspicious persons. After much deliberation, some 33 people, for whom more or less strong indications existed, were on their way. Winkelman proposed to be placed in custody. Of this, Winkelman deleted some more, leaving at last some 28 left. Of these, some were abroad or were already in prison for undergoing punishment. On 4 May 21 people who were considered dangerous were interned for the peace and security of the country.

Dagelijks leven
Tijdens de bezetting gaat het leven gewoon door voor de niet vervolgde groepen. Mensen gaan nog steeds naar hun werk, naar de sportclub en het naar theater. Maar langzaam veranderen er dingen. Zo is de pers niet meer vrij en worden dagelijkse levensbehoeften steeds schaarser. Ook voert de bezetter allerlei beperkende maatregelen in zoals het persoonsbewijs, de verduistering gedurende de nacht en avond en de avondklok. De bezetting wordt voor de Nederlandse bevolking steeds duidelijker merkbaar.
During the occupation, life continues for the non-persecuted groups. People still go to work, to the sports club and to theater. But things are slowly changing. The press is no longer free and daily necessities of life are becoming increasingly scarce. The occupier also introduces all kinds of restrictive measures, such as the personal identity card, the darkening during the night and evening and the curfew. The occupation is becoming increasingly clear to the Dutch population.
Eten, drinken en een dak boven je hoofd, het zijn de belangrijkste levensbehoeften. Tijdens de oorlog komen deze behoeften steeds verder onder druk te staan. Zo gaat het voedsel op de bon en ontstaat er een circuit van zwarte handel. Vooral in het laatste oorlogsjaar is er veel schaarste op alle gebieden.
Eating, drinking and a roof over your head, these are the most important necessities of life. During the war, these needs are coming under increasing pressure. This way the food goes on the receipt and a circuit of black trade arises. Especially in the last year of the war there is a lot of scarcity in all areas.
Schaarste en distributie
Al voor de oorlog zijn in Nederland sommige producten schaars geworden. Suiker gaat bijvoorbeeld in oktober 1939 al op de bon. Het bonnensysteem is bedoeld om hamsteren tegen te gaan en het beschikbare voedsel gelijkmatig over de bevolking te verdelen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog gaan steeds meer producten op de bon.
Even before the war some products became scarce in the Netherlands. For example, sugar is already on the voucher in October 1939. The receipt system is intended to prevent hoarding and to distribute the available food evenly over the population. During the Second World War, more and more products are on the voucher.


Vervolging
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervolgen de nazi's bepaalde groepen mensen op basis van hun afkomst, geloof, geaardheid en gesteldheid. Deze mensen hebben niets misdaan. Joden, Sinti en Roma en Jehova's Getuigen worden systematisch opgespoord, gevangen gezet en vermoord. Homoseksuelen en verstandelijk gehandicapten worden in mindere mate ook slachtoffer. In Nederland worden deze twee groepen niet systematisch vervolgd. Wel worden verstandelijk gehandicapten in Nederland in sommige gevallen ernstig verwaarloosd, met de dood tot gevolg. De vervolging van Joden, Sinti en Roma vindt plaats op basis van de nationaalsocialistische rassenleer: iedereen die volgens de Rassenwetten van Neurenberg als niet Arisch (Duits) wordt beschouwd, wordt uitgesloten van de maatschappij en opgejaagd. Deze mensen worden geïsoleerd, opgepakt en in concentratie- en vernietigingskampen gevangen gehouden en/of vermoord. Hetzelfde gebeurt met degenen die hen probeerden te helpen of zich tegen de heersende macht verzetten.
During the Second World War, the Nazis pursued certain groups of people on the basis of their origin, faith, disposition and disposition. These people have done nothing wrong. Jews, Sinti and Roma and Jehovah's Witnesses are systematically tracked down, imprisoned and murdered. Homosexuals and mentally disabled people are also victims to a lesser extent. In the Netherlands, these two groups are not systematically prosecuted. However, mentally handicapped people in the Netherlands are seriously neglected in some cases, resulting in death. The persecution of Jews, Sinti and Roma takes place on the basis of the National Socialist racial doctrine: everyone who is considered non-Aryan (German) according to the Racial Laws of Nuremberg is excluded from society and is hunted. These people are isolated, arrested and imprisoned and / or killed in concentration and extermination camps. The same thing happens to those who tried to help them or resist the ruling power.
Uitsluiting Joden
Tijdens de bezettingsjaren worden Joden stapsgewijs uit het openbare leven geweerd. Vanaf 1940 brengt de bezetter een administratieve scheiding aan tussen Joden en niet-Joden. Joden krijgen een J in hun persoonsbewijs en een eigen bestuur: de 'Joodse Raad'. Ook worden Joden maatschappelijk uitgesloten. Ze mogen alleen nog naar 'Joodse theaters' en 'Joodse winkels' en ze mogen geen handel drijven of omgaan met niet-Joden. Vanaf 1942 moeten alle Joden in Nederland zelfs verhuizen naar een 'Joodse wijk'
During the occupation years, Jews are gradually excluded from public life. From 1940 onwards, the occupier introduced an administrative division between Jews and non-Jews. Jews receive a J in their identity card and their own administration: the 'Jewish Council'. Jews are also excluded socially. They can only go to 'Jewish theaters' and 'Jewish shops' and they are not allowed to trade or deal with non-Jews. From 1942, all Jews in the Netherlands must even move to a 'Jewish quarter'
Joodse wijken en getto's
Tijdens de bezettingsperiode stellen de nazi's in heel Europa Joodse wijken en getto's in. Dit zijn buurten of kleine steden waar alle Joden verplicht moeten wonen en leven onder vaak erbarmelijke omstandigheden. Zonder toestemming mogen ze de wijken en getto's niet verlaten. Dit maakt het voor de Duitsers makkelijk om de Joden samen te drijven en naar de kampen af te voeren. Bovendien werden zij zo stapsgewijs aan het zicht van andere Nederlanders onttrokken.
During the occupation period, the Nazis set up Jewish neighborhoods and ghettos throughout Europe. These are neighborhoods or small towns where all Jews are obliged to live and live under often miserable conditions. They can not leave the neighborhoods and ghettos without permission. This makes it easy for the Germans to drive the Jews together and to transport them to the camps. Moreover, they were thus step-by-step removed from the sight of other Dutch people.


Tijdens de bezetting waren er vele organisaties actief die het Duitse gezag op allerlei manieren probeerde te ondermijnen. Dat waren de Ordedienst (O.D.), Landelijke Knokploegen (L.K.P.) en de Raad van Verzet (R.V.V.). Op 5 september 1944 werd de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) officieel opgezet. De voortzetting van de tot dan toe weinig samenwerkende verzetsgroepen speelde een belangrijke rol tijdens de bevrijding van Nederland. Verzetswerk was niet aan gevaar ontbloot en menigeen moest onderduiken. Van deze schuilplaats wordt optimaal gebruik gemaakt..
During the occupation many organizations were active that tried to undermine German authority in all kinds of ways. These were the Ordedienst (O.D.), National Knokploegen (L.K.P.) and the Council of Resistance (R.V.V.). On 5 September 1944 the Domestic Armed Forces (B.S.) was officially established. The continuation of the until then little cooperating resistance groups played an important role during the liberation of the Netherlands. Resistance was not exposed to danger and many had to go into hiding. Optimum use is made of this shelter.
Onderduiken
Vanaf februari 1942 duiken steeds meer mensen onder in de illegaliteit om aan de vervolging van de bezetter te ontkomen. Zij verstoppen zich op zolders, in kelders of in andere geheime schuilplaatsen. Op het helpen van onderduikers staan zware straffen. De bekendste onderduikster is Anne Frank. Zij houdt een dagboek bij over haar leven in de schuilplaats 'het achterhuis' in Amsterdam. Anne en haar zusje Margot komen in 1945 om het leven in het Duitse concentratiekamp Bergen-Belsen.
From February 1942, more and more people are being immersed in illegality to escape the persecution of the occupying forces. They hide in attics, in cellars or in other secret shelters. There are severe penalties for helping people in hiding. The most famous person in hiding is Anne Frank. She keeps a diary about her life in the hiding place 'het achterhuis' in Amsterdam. Anne and her sister Margot are killed in the German concentration camp Bergen-Belsen in 1945.

Sinti en Roma
De nazi's willen dat er in Duitsland en de bezette gebieden geen Joden, Jehova's Getuigen of Sinti en Roma meer zijn. In de ogen van de nazi's vormen de Sinti en Roma als 'zigeuners' een inferieur ras. Ook worden zij gezien als onaangepaste mensen of 'asocialen'. De grootste razzia op Sinti en Roma in Nederland vindt plaats op 16 mei 1944. Hierbij wordt vrijwel de gehele gemeenschap naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd en vermoord.
The Nazis want there to be no Jews, Jehovah's Witnesses or Sinti and Roma in Germany and the occupied territories. In the eyes of the Nazis, the Sinti and Roma form an inferior race as 'gypsies'. They are also seen as inadequate people or 'asocials'. The biggest raid on Sinti and Roma in the Netherlands takes place on May 16, 1944. Almost the entire community is deported to Auschwitz-Birkenau and murdered.
Op 16 mei 1944 vond er in Nederland een grote razzia plaats. 578 Sinti en Roma werden opgepakt en naar kamp Westerbork weggevoerd. Vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reisden ongeveer 4.500 Sinti en Roma met hun vioolorkesten en handelswaar door Nederland. Tijdens de oorlog werden ze in grote woonwagenkampen geplaatst. Zij kregen een verbod met huifkarren rond te trekken. Enkele tientallen Sinti en Roma gingen uit angst voor deportatie in huizen wonen.
On May 16, 1944 a big raid took place in the Netherlands. 578 Sinti and Roma were arrested and taken to camp Westerbork. Before the outbreak of the Second World War about 4,500 Sinti and Roma traveled with their violin orchestras and merchandise through the Netherlands. During the war they were placed in large caravan camps. They were banned from moving around with covered wagons. A few dozen Sinti and Roma went to live in homes for fear of deportation.
Op 14 mei 1944 verstuurde de Duitse bezetter een telegram aan verschillende Nederlandse politiekorpsen met de opdracht ' [...] eener centrale aanhouding van alle in Nederland verblijvende personen die het kenmerk der zigeuners bezitten'. Alle Sinto- en Roma-families moesten naar kamp Westerbork worden gebracht.
On 14 May 1944 the German occupier sent a telegram to various Dutch police forces with the assignment "... a central arrest of all persons residing in the Netherlands who possess the characteristic of the gypsies". All Sinto and Roma families had to be brought to Westerbork transit camp.
In Westerbork werd duidelijk dat de Nederlandse politiediensten de term 'zigeuner' te breed hadden opgevat. Ongeveer 200 personen bleken geen Sinti of Roma, maar woonwagenbewoners. Zij werden kort na aankomst vrijgelaten. Ruim 50 Sinti en Roma hadden daarnaast een paspoort van een neutraal of geallieerd land. Ook zij mochten uit het kamp vertrekken.
De overige bijna 250 Sinti en Roma kwamen in het strafgedeelte van kamp Westerbork terecht. Drie dagen werden ze hier bewaakt door de Joodse Ordedienst (OD) van het kamp.
Weinberg Wijvern was één van de bewakende OD'ers:
Westerbork it became clear that the Dutch police services had interpreted the term 'gypsy' too broadly. About 200 people were not Sinti or Roma, but caravan residents. They were released shortly after arrival. Over 50 Sinti and Roma also had a passport from a neutral or allied country. They too were allowed to leave the camp. The remaining nearly 250 Sinti and Roma ended up in the penal section of Camp Westerbork. For three days they were guarded here by the Jewish Ordedienst (OD) of the camp. Weinberg Wijvern was one of the guarding ODers:

'Het was een vreemde groep die het kamp binnengebracht werd. Het waren geen Joden maar zigeuners. Wij kregen de opdracht tijdens de nacht bij de zigeuners op wacht te staan. Dus daar stonden we dan, met een grote zaklamp in de aanslag. Zo nu en dan kwamen er vrouwen naar ons toe die ons voorzichtig vragen stelden over wat er met hen zou gaan gebeuren. Dit waren vragen waar wij ook geen antwoord op konden geven.'
It was a strange group that was brought into the camp. They were not Jews but gypsies. We were instructed to be on guard during the night with the Gypsies. So there we were, with a big flashlight at the ready. Every now and then women came to us asking us cautiously about what would happen to them. These were questions we could not answer. "
Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Één van hen was Settela Steinbach, wereldberoemd door de foto die er die dag van haar in de wagonopening in Westerbork werd gemaakt. Settela werd geboren in 1934 in Borne. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde ze met haar negen broertjes en zusjes op een woonwagenkamp bij Eindhoven. Op 16 mei 1944 kwam Settela terecht in kamp Westerbork, in barak 69. Drie dagen later werd ze op transport gesteld.
On 19 May 1944, 245 Sinti and Roma were deported from Westerbork camp to the Auschwitz-Birkenau extermination camp. One of them was Settela Steinbach, world famous for the photo that was made of her in the wagon opening in Westerbork that day. Settela was born in 1934 in Borne. During the Second World War she lived with her nine brothers and sisters at a caravan camp near Eindhoven. On 16 May 1944, Settela arrived in camp Westerbork, in barrack 69. Three days later she was put on transport.

Dit transport werd door kampgevangene Rudolf Breslauer op de film vastgelegd, ook het moment kort voordat de deur van een van de wagons werd gesloten. Een vrouw die in dezelfde wagon als Settela zat, vertelt over dit moment van 'het meisje tussen de wagondeuren'. 'Ik heb met dat meisje in de wagon gezeten. Ik zat plat op de grond achter haar en zij stond daar vooraan bij die deur. Haar moeder riep nog dat ze daar weg moest gaan. Want wij hoorden dat er buiten grendels op de deuren gingen. 'Ga nou weg daar', riep die moeder, 'anders komt je kop daar straks tussen!' Ik geloof dat ze naar een hond keek, die buiten de trein liep. Haar moeder heeft haar op het laatst weggetrokken bij die deur.'
Op 22 mei 1944 kwamen de gedeporteerde Sinti en Roma in Auschwitz-Birkenau aan. Ze werden ondergebracht in een speciaal 'Zigeunerlager', een gedeelte van Birkenau waarin in die periode ruim 22.000 Sinti en Roma gevangen zaten. Eind juli 1944 werd het 'Zigeunerlager' ontruimd. De Sinti en Roma die nog konden werken, werden overgebracht naar andere kampen. De achterblijvers werden vermoord.
Van de 245 uit kamp Westerbork weggevoerde Sinti en Roma overleefden slechts 30 de oorlog.
Settela Steinbach werd op 3 augustus 1944 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau om het leven gebracht.
This transport was captured by camp prisoner Rudolf Breslauer on the film, also the moment shortly before the door of one of the wagons was closed. A woman who was in the same wagon as Settela talks about this moment of 'the girl between the wagon doors'. "I sat in the wagon with that girl. I was sitting flat on the floor behind her and she was standing at the front of that door. Her mother still called her to leave. Because we heard that there were locks on the doors outside. "Go away there," said that mother, "otherwise your head will soon be there!" I think she looked at a dog that was walking outside the train. Her mother finally pulled her away at that door. " On 22 May 1944 the deported Sinti and Roma arrived in Auschwitz-Birkenau. They were housed in a special 'Gypsy bearing', a part of Birkenau in which over 22,000 Sinti and Roma were imprisoned during that period. At the end of July 1944 the 'Gipsy Butcher' was evacuated. The Sinti and Roma who could still work were transferred to other camps. The stragglers were killed. Of the 245 Sinti and Roma deported from camp Westerbork, only 30 survived the war. Settela Steinbach was killed in the gas chambers of Auschwitz-Birkenau on 3 August 1944.